Gepubliceerd: 15-06-2020, laatst gewijzigd:
31-10-2024
Afspraak in het kabinet is om in Nederland een broeikasgasreductie van 49% door te voeren richting 2030. De landbouwsector moet in dat jaar een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen van 3,5 megaton hebben gerealiseerd. Voor de meeste melkveebedrijven ligt er nog een fikse taakstelling op de vermindering van uitstoot te realiseren.
Van alle broeikasgasemissies in Nederland, is 13% afkomstig uit de land- en tuinbouw. Circa de helft (6,5%) van die uitstoot is afkomstig uit de melkveehouderij. Ongeveer 2/3 deel van de broeikasgasemissie in de zuivelketen vindt plaats op de boerderij zelf. De broeikasgassen die uitgestoten worden door de melkveehouderijsector zijn o.a. koolstofdioxide (CO2), lachgas (N2O) en methaan (CH4). Het ene broeikasgas heeft een grotere invloed op de opwarming van de aarde dan het andere. Om het effect van alle broeikasgassen te kunnen meten, worden alle gassen uitgedrukt in CO2-equivalenten. Het CO2-equivalent van methaan is 34 en dat van lachgas is 298. Dit betekent dat 1 kilo CH4 (methaan) hetzelfde effect heeft als 34 kilo CO2.
Aandeel broeikasgas-emssiesbronnen
(bron G.J. Doornewaard)
Resultaten individuele melkveebedrijven
Net zoals bij de verschillen in inkomens, is ook de spreiding tussen melkveebedrijven in broeikasgas-emissie groot. Bijna de helft van de melkveebedrijven realiseert momenteel een uitstoot tussen 1.200 en 1.500 CO2-equivalent per 100 kg melk. Ongeveer 35% van de bedrijven zit hierboven en zo’n 15% realiseert een emissie onder de 1.200 CO2-equivalent per 100 kg melk. Op veel bedrijven zal de ondernemer dus nog moeten beoordelen met welke maatregelen de reductiedoelstellingen kunnen gaan worden gerealiseerd.
Spreiding broeikasgas-emmissie op melkveebedrijven (Bron: Flynth).
Intensiteit in kg melk per ha ten opzichte van broeikasgasemissie (Bron Flynth).
Uit de dataset bij Flynth blijkt een gemiddelde uitstoot van 877 kg CO2 equivalent per 1.000 kg melk op het bedrijf (“on farm”). Voorts heeft ruim 70 % van de bedrijven een uitstoot boven 900 kg ‘on farm”. De meeste bedrijven moeten dus nog maatregelen nemen om hun uitstoot te verlagen. De verschillen tussen de bedrijven zijn groot. Samen met gemiddelde uitstoot buiten de boerderij (“off farm”) van 423 gram CO2-equivalent is de totale uitstoot 1.300 kg CO2-equivalent.
De uitstoot in CO2-equivalent per koe “on farm” is gemiddeld op 7.502. Samen een gemiddelde uitstoot per koe buiten het bedrijf van 3.687. CO2-equivalant is de totale uitstoot 11.189 CO2-equivalent per koe.
Bij een toemame van de intentiseit in kg melk per hectare, zien we stijgend melkproductieniveau per koe. Op de intensievere bedrijven geven de koeien meer melk. Het niveau loopt op van rond 7.500 kg naar zo’n 9.500 kg melk per koe per jaar op bedrijven boven 20.000 kg melk per hectare.
Bij toename van de intensiteit in kg melk per hectare, zien we een daling van de uitstoot in CO2-equivalent op de boerderij. Bij de uitstoot buiten de boerderij, zien we zowel per ton melk als per koe de laagste CO2-equivalent-uistoot bij een melkproductieniveau rond 15.000 tot 17.500 kg melk per hectare. Bij dit melkproductieniveau is ongeveer sprake van zelfvoorziend zijn ten aanzien van ruwvoeraankoop. Bij dit melkproductieniveau per hectare is tevens sprake van het hoogste saldo (opbrengsten minus toegerekende kosten) per koe. Conclusie is dat hierbij de zaken op het bedrijf dus goed met elkaar in balans zijn.
Intensiteit, CO2-uitstoot en saldo per koe
Resumé
Er liggen fikse doelstellingen qua reductie van CO2-uistoot. De verschillen in uitstoot-resultaten tussen verschillende groepen van melkveebedrijven zijn groot. Maar de verschillen binnen een groep van vergelijkbare bedrijven zijn ook groot. Dit betekent dat het zaak is om nu uw eigen situatie te beoordelen. Zodat u weet waar u staat en kunt beoordelen welke maatregelen en acties op uw bedrijf nodig en passend zijn.