Gepubliceerd: 22-11-2024, laatst gewijzigd:
26-11-2024
Afgelopen september kwam het nieuws naar buiten dat het kabinet stopt met het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Dit betekent dat provincies niet verder hoeven met hun gebiedsprogramma’s om de problematiek rondom natuur (waaronder stikstof), waterkwaliteit en klimaat aan te pakken. Het kabinet zet meer in op innovatiekracht van agrarische ondernemers en sturing op doelen, in plaats van middelvoorschriften. Ontdek wat dit inhoudt en wat het voor u betekent.
Binnen het NPLG werkten de provincies de afgelopen twee jaar afzonderlijk een plan uit om de milieudoelen te halen. Dit gebeurde in opdracht van oud-minister Van der Wal (Natuur en Stikstof). Door in een gebiedsgerichte aanpak maatregelen voor natuur, klimaat, bodem en water slim te combineren, herstelt de natuur en komt er meer ruimte voor vergunningverlening – zo was de gedachte. Het huidige kabinet kijkt daar anders naar en schrapt daarom het NPLG.
Inzetten op innovatiekracht
Om de internationale doelen voor natuur, waterkwaliteit, CO2-reductie en klimaatverandering te halen, wil het kabinet onder meer inzetten op de innovatiekracht van agrarische ondernemers. Hoe dit er precies uit gaat zien, is nog niet duidelijk. De verwachting is dat minister Wiersma eind dit jaar met de eerste plannen voor een nieuw programma naar buiten komt.
Voorbeeld: veenweidegebieden
Een voorbeeld van een belangrijke bestaande opgave in een specifiek gebied, is het tegengaan van bodemdaling en broeikasgasemissie in de veenweidegebieden. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de CO2-uitstoot van veenweiden in 2030 met 1 miljoen ton moet zijn verminderd. Een verlaagd waterpeil versnelt bodemdaling en vergroot de broeikasgasuitstoot. En daling van het veen zorgt voor funderingsschade bij (burger)woningen.
Dit terwijl (melk)veehouders voor een rendabele exploitatie op veengrond juist een goede ontwatering en verlaagd waterpeil nodig hebben. Er wordt gewerkt aan systematiek om te monitoren hoeveel uitstoot er vanuit de veenweiden komt en wat het effect is van de maatregelen die al zijn genomen. De eerste gegevens laten zien dat de broeikasgasemissies uit veengrond lager zijn dan eerder werd gedacht.
Het Hoofdlijnenakkoord stelt structureel vijfhonderd miljoen euro beschikbaar voor agrarisch natuurbeheer. Minister Wiersma ziet hiermee mogelijkheden om de grondwaterstand in veenweidegebieden te verhogen én ondernemers een passende vergoeding te verstrekken. Ook is er budget beschikbaar voor het aanleggen van waterinfiltratiesystemen en het uitvoeren van onderzoek naar andere kosteneffectieve maatregelen om bodemdaling te beperken. Maar ook moet duidelijk zijn welke exploitatieschade (melk)veehouders ondervinden bij een verhoogd waterpeil – voor een passende vergoeding. Zodat voor de ondernemers in deze gebieden via een langjarige vergoeding voor hun bijdrage aan landschap en biodiversiteit, sprake is van voldoende toekomstperspectief.
Doelsturing
Naast innovatiekracht wil minister Wiersma realistische en haalbare doelen stellen voor agrarisch ondernemers op bedrijfsniveau. Hierbij is het de bedoeling dat u als ondernemer de ruimte krijgt om zelf invulling te geven aan deze doelen. Voorheen werd juist ingezet op middelvoorschriften.
Het voordeel van doelsturing ten opzichte van middelvoorschriften is volgens de minister dat het ruimte geeft aan uw creativiteit en vakmanschap om doelen te realiseren. Ook sluit doelsturing beter aan op de diversiteit in de land- en tuinbouw.
Wel vraagt doelsturing om inspanning van u als ondernemer. Bijvoorbeeld omdat u extra maatregelen moet nemen om uw bedrijfsgerichte doelen te behalen of vanwege rapportageverplichtingen.
Doelsturing is (nog) niet in alle situaties mogelijk, omdat in sommige gevallen de Europese regelgeving middelen voorschrijft.
Zelf bepalen hoe u doelen behaalt
Bij doelsturing bepaalt u als agrariër zelf hoe u bepaalde reductiedoelen op uw bedrijf gaat realiseren. U zult dus moeten gaan ontdekken aan welke knoppen in uw bedrijfsvoering u kunt draaien, welke kant op en hoever? Voor stikstof gaat u dan bijvoorbeeld na wat de bijdrage van uw stalsysteem of vloer is voor de ammoniakuitstoot. Of u onderzoekt het effect van uw methode van mestaanwending op de stikstofbenutting door het gewas. Hierbij kiest u natuurlijk voor de opties die voor uw situatie financieel het meest aantrekkelijk zijn.
Het is dus belangrijk om hier inzicht in te krijgen. Bij het voerspoor wilt u dan de gevolgen weten voor de stikstofreductie, melkproductie en diergezondheid. Inclusief het effect op uw portemonnee. Deskundigen stellen dat het eiwitgehalte in het rantsoen nogal eens lager kan dan verondersteld. Onderzoek wordt verricht naar de effecten van langer minder eiwit verstrekken. Tip: neem als melkveehouder de komende periode uw eiwitvoorziening bij het melkvee alvast eens kritisch onder de loep. Samen met een echte deskundige. En beoordeel uw mogelijkheden.
Artikelenreeks WUR
Hoe kijken experts uit Wageningen naar de stikstofproblematiek, doelsturing en de insteek van het kabinet om te stoppen met het NPLG? Hierover verscheen onlangs een artikelreeks in Resource, het nieuwsplatform van Wageningen University & Research (WUR). Hierin komen zes experts met uiteenlopende disciplines aan het woord. Lees hier het eerste artikel uit de reeks en klik in het kader onderaan door op de andere artikelen.
Meer weten?
Wilt u meer weten over belangrijke opgaves voor uw bedrijf en wat doelsturing voor uw situatie betekent? Een goede eerste stap is om na te gaan hoe u nu scoort met uw duurzaamheidsprestaties. En deze in samenhang te beoordelen met de financiële prestaties op uw bedrijf. Flynth biedt u dit inzicht via het ‘Duurzaamheidsrapport Melkveehouderij’. Vervolgens adviseren we u graag over de uitkomsten. Zo werken we samen met u aan een duurzamer en efficiënter bedrijf. Neem hiervoor contact op met uw adviseur van Flynth of vul onderstaand formulier in.