Gepubliceerd: 16-01-2023, laatst gewijzigd:
31-10-2024
Wat zijn de gevolgen van het nieuwe GLB voor mijn bedrijf? Die vraag wordt ons steeds vaker gesteld. Logisch, want het grootste deel van de regels is inmiddels duidelijk. De uitwerking kan echter vrij complex zijn. Welke keuzes maakt u? Wij staan u graag terzijde en geven u een update.
De samenhang tussen het GLB en mestbeleid wordt versneld. Op 20 januari jl. heeft minister Adema per brief laten weten dat veel van de maatregelen die gevolgen hebben voor de bemesting van uw percelen al per 1 maart aanstaande ingaan, in plaats van op 1 januari 2024. Deze regels wil de minister daarbij zoveel mogelijk gelijktrekken met de regels zoals deze al in het GLB waren opgenomen.
Gevolgen van de brief van 20 januari
De strengere eisen voor het inzaaien van vanggewassen en aanhouden van bufferstroken gelden, in tegenstelling tot eerdere berichtgeving, niet alleen voor deelnemers aan het GLB. De minister gaf in zijn brief aan dat ongeveer 80 procent van alle bedrijven met landbouwgrond in eerdere jaren al deelnam aan het GLB, voor wat betreft de melkveehouderij is dat zelfs nagenoeg 100 procent. Om in aanmerking te komen voor het GLB zijn de voorwaarden in de genoemde brief niet gewijzigd.
Praktisch gezien zullen de wijzigingen in de brief van 20 januari de grootste gevolgen hebben voor de bedrijven die in 2023 niet deelnemen aan het nieuwe GLB. Echter, ook indien u (al) deelneemt aan het GLB zijn de gewijzigde regels mogelijk van invloed, bijvoorbeeld op uw mestplaatsingsruimte.
Let op: vooruitkijkend naar de teelt van 2023 maken we een kanttekening: we verwachten dat er voor de teelt van vanggewassen nog wijzigingen komen.
Mestplaatsingsruimte
Voor de mestplaatsingsruimte zijn er wel gevolgen, zie daarvoor het artikel ‘Toch dit jaar al strengere mestregels’. Had u besloten om niet (meer) deel te nemen aan het GLB? Dan is het nu zeker een overweging om te beoordelen of u, gezien de laatste wijzigingen, nu wél voordelen hebt door het deelnemen aan het GLB in 2023.
Bufferstroken
De gevolgen voor de reeds ingezaaide gewassen op bufferstroken zijn nog onduidelijk. De minister streeft ernaar dat deze gewassen kunnen blijven staan, maar hierover zal de minister nog met een verduidelijking komen.
Wel duidelijk is dat u vanaf 1 maart 2023 voor alle nog in te zaaien gewassen een bufferstrook moet aanhouden. Deze bufferstroken hebben in de GLB de breedte zoals in onderstaande tabel, die afhankelijk is van het aandeel ten op zicht van het topografisch perceel. Beslaan de bufferstroken samen meer dan 4 procent van het topografisch perceel, dan mag u de breedte in kolom ‘1e berekening > 4%’ aanhouden. Beslaan deze bufferstroken dan opgeteld nog steeds meer dan 4 procent van het perceel? Dan geldt de laatste kolom voor u. RVO bepaalt door intekening in de kaarten van 2023 welke breedte van de bufferstrook voor welke situatie geldt.
Breedte bufferstroken
|
Hoofdregel
|
1e berekening > 4%
|
2e berekening > 4%
|
Ecologisch kwetsbare waterlopen
|
5 meter
|
Geen berekening van toepassing, blijft 5 meter.
|
KRW waterlopen
|
5 meter
|
3 meter
|
Blijft 3 meter
|
KRW watervoerende sloot 10 meter of kleiner
|
5 meter
|
3 meter
|
1 meter
|
Overige waterlopen
|
3 meter
|
1 meter
|
0,5 meter
|
Droge sloot
|
1 meter
|
Geen berekening van toepassing, blijft 1 meter.
|
* KRW: Kaderrichtlijn Water
Rustgewassen
We zijn veel met onze klanten in gesprek over het GLB. Daarbij komen veelal de onduidelijkheden aan de orde. Een onderwerp dat extra aandacht verdient zijn de rustgewassen. Een vaak gehoorde opmerking is dat telers denken niet mee te kunnen doen met de eco-premie omdat men niet 1 op 3 rustgewassen teelt. Dat is echter niet het geval! We lichten dat graag toe.
Systematiek achter het GLB
Het GLB kent een groot aantal voorwaarden, oftewel conditionaliteiten. Als u zich aanmeldt voor het GLB, dan moet u aan alle voorwaarden voldoen. Dat zijn vooral een aantal GLMC’s (Goede Landbouw en Milieu Condities) die dit jaar zijn gewijzigd of erbij gekomen ten opzichte van 2022. Dit betreffen onder andere bufferstroken, vanggewassen, rustgewassen en de 4 procent niet-productief bouwland. U heeft hier geen keuze in. Meedoen aan het GLB betekent dat u zich aan alle vereisten moet gaan houden. U heeft dan recht op de basispremie en de top-up voor de eerste 40 hectare. Soms geldt er een vrijstelling voor een GLMC, veelal is dat voor boeren met meer dan 75 procent grasland.
GLMC 7: Rotatieplicht
In GLMC 7 is opgenomen dat er op zand- en lössgronden eenmaal in de vier jaar een rustgewas geteeld moet worden. De lijst met rustgewassen voor GLMC 7 is opgenomen in een bijlage bij de wet. Deze lijst is korter dan de algemene lijst met rustgewassen. Kortom, om de GLB-premie aan te kunnen vragen dient u op al uw zand- en lösspercelen uiterlijk in 2026 een rustgewas te hebben geteeld.
Keuzemenu
Als u ook mee wil doen met de eco-premie (brons, zilver en goud) dan werkt het systeem geheel anders. Het is een keuzemenu met maatregelen waar u uit kunt kiezen. Eén van deze maatregelen is de maatregel ‘rustgewassen’. U kunt hiervoor kiezen, maar dat is niet verplicht. U kunt ook een aantal andere maatregelen kiezen om brons, zilver of goud te bereiken. U hoeft dus niet 1 op 3 rustgewassen te telen om in aanmerking te komen voor de eco-premie.
Adviezen en ondersteuning
Vanaf 1 februari 2023 is het voor iedereen mogelijk om de bufferstroken en landschapselementen via RVO ‘Mijn percelen’ in te tekenen. Het is van belang om hier tijdig mee te beginnen, omdat dit een flinke tijdsinvestering zal vergen. Kunnen we u hierbij begeleiden?
We kunnen ons voorstellen dat u nog veel meer vragen hebt. Als u hierbij ondersteuning wenst, neemt u dan contact op met uw Flynth contactpersoon of maak gebruik van het contactformulier. Ondanks dat nog niet elke maatregel duidelijk is, zijn de gevolgen wel al in grote lijnen inzichtelijk te maken. Dat biedt houvast bij de beslissingen die de komende tijd op u afkomen ten aanzien van landgebruik, bouwplan en het intekenen van uw percelen. Wij helpen u graag bij het verkrijgen van inzicht in uw situatie.