Gepubliceerd: 03-02-2025, laatst gewijzigd:
03-02-2025
Eind 2024 en begin 2025 deden de Raad van State en de rechtbank Den Haag twee belangrijke uitspraken rondom reductie van stikstofemissie. Deze uitspraken raken veel agrarische bedrijven, maar ook veel andere ondernemers. Wat betekent dit voor u? Ik neem u mee in een terugblik en geef mijn visie op de weg vooruit.
- Om te voldoen aan de Europese vogel- en habitatrichtlijn, waarmee onder andere in Nederland circa 160 natuurgebieden werden aangewezen, ging in 1998 een nieuwe Natuurbeschermingswet in.
- Vanaf 1 juli 2015 werd de bescherming van natuurgebieden geregeld in het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Het bevatte maatregelen om de stikstofdepositie in natuurgebieden te verminderen. En tegelijkertijd om, vooruitlopend op de reductie van bestaande projecten, wel alvast nieuwe projecten te kunnen vergunnen die al eerder extra uitstoot gaven. Dit programma is nietig verklaard door een uitspraak van de Raad van State op 29 mei 2019.
- De reductiedoelen voor stikstofuitstoot kwamen in de Nederlandse wetgeving via de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (kortweg Stikstofwet), die op 1 juli 2021 in werking trad. In 2025 moest minimaal veertig procent van het areaal van de stikstofgevoelige natuur in beschermde Natura 2000-gebieden een gezond stikstofniveau hebben, in 2030 minimaal de helft en in 2035 minimaal 74 procent. Bij het aannemen van deze wet is er niet aan gedacht om (opnieuw) te kijken naar de doelen die in het verleden zijn vastgesteld voor een gezond stikstofniveau.
- Via de rechter riep Greenpeace de Nederlandse Staat op om te handelen volgens de wet en dus in te grijpen om aan de stikstofdoelen te voldoen. De rechtbank in Den Haag oordeelde op 25 januari 2025 dat de Staat inderdaad de eigen wet overtreedt. De rechter erkent dat de doelen voor 2025 niet meer haalbaar zijn, maar de Staat krijgt pas een boete als de doelen van 2030 niet worden behaald. Dat houdt in dat vijftig procent van de oppervlakte van de stikstofgevoelige natuurgebieden uiterlijk dan onder de kritische depositiewaarde (KDW) moet zijn gebracht.
Impact uitspraak RvS
De uitspraak van 18 december 2024 van de Raad van State heeft veel meer impact dan de uitspraak van de rechter op 25 januari. De uitspraak van 18 december raakt alle agrarische ondernemingen die intern gesaldeerd hebben sinds 2020 (zonder vergunningaanvraag). Maar het raakt ook (bijna) alle andere activiteiten in Nederland die sinds 2020 zijn opgestart. Voor deze activiteiten is met de kennis van nu een vergunningaanvraag nodig. Wij schatten in dat dat zo maar 80.000 niet-agrarische activiteiten kunnen zijn.
Wet aanpassen
Met de kennis van nu, kan de staat de doelen van 2030 niet halen. Ook niet als er geen dieren meer in Nederland worden gehouden. Zelfs niet met het dichtzetten van snelwegen bij natuurgebieden, het beëindigen van industrie én schrappen van veel Schiphol-vluchten. Wat wel haalbaar is, is het vervangen of aanpassen van de wet naar nieuwe doelen die wel haalbaar zijn. De Europese vogel- en habitatrichtlijn geeft die ruimte wel, dan wel enige ruimte hiervoor. Maar dat kost tijd. Het is dus belangrijk dat de overheid hier op tijd mee aan de slag gaat. Ik verwacht dat een hoger beroep tegen de uitspraak van 25 januari 2025 wel eerst nodig is. Ook is die ’ruimte’ voor de Staat niet oneindig en kan die ‘ruimte’ voor een zone dicht rond de natuurgebieden anders zijn, dan verder van overbelaste gebieden af.
Realistische reductie voor veehouderij
Wanneer de overheid haalbare doelen heeft gesteld, zal de veehouderij nog steeds een reductie in stikstofuitstoot moeten behalen. Maar dan wel met een realistischer doel. In onze buurlanden België en Duitsland zien we ook een dergelijke aanpak. Zo heeft België ook net een aanpak via aanvullende regelgeving voorgesteld met een fase 1 reductie-aanpak tot 2030 en daarna een aanvullende fase 2 reductie-aanpak, met de kennis en mogelijkheden die dan gelden. Ook zijn er delen van Nederland, verder van natuurgebieden af, waar het legaliseren van PAS-melders en andere vergunningsaanvragen daarna wel vlot haalbaar is.
Om boetes (voor de Staat) of onnodig lange vergunningstrajecten te voorkomen, is het van belang dat de sector tijdig met de overheid in gesprek gaat. Beide partijen moeten zo snel mogelijk afstemmen welke mate van reductie mogelijk en gewenst is. Zo blijft er genoeg tijd over om voldoende emissiereductie te behalen met managementmaatregelen en techniek. Hoe meer tijd hiervoor is, hoe minder krimp van de veestapel nodig is.
Conclusie
De Staat moet mijns inziens in de volle breedte aan de slag om de wetgeving aan te passen. Dit voorkomt dat ons land nog langer op slot zit en boetes krijgt, vanwege haar eigen wetgeving. Ook de veehouderij zal moeten reduceren in uitstoot, maar de opgave zal realistischer zijn. Hoe eerder die opgave duidelijk is, hoe meer reductie mogelijk is via management en techniek.
Blik vooruit
Flynth blijft de ontwikkelingen op stikstofgebied nauwgezet volgen en levert input aan maatschappelijke partijen en overheid. Daarnaast ondersteunen we u als ondernemer in deze uitdagende periode. Samen brengen we uw situatie in kaart: wat kan niet meer, is er morgen een dreiging, is er schade en is deze verhaalbaar? En natuurlijk beoordelen we: wat kan nu of binnenkort wél? Dit is voor elke locatie vaak weer net even anders. Neem daarvoor contact op met uw adviseur van Flynth of maak gebruik van onderstaand contactformulier.