Gepubliceerd: 06-03-2024, laatst gewijzigd:
29-05-2024
De bijdrage van alle sectoren van de landbouw aan de export in 2023 is wederom serieus gestegen ten opzichte van 2022. Ook maakte Wageningen Economic Research (WER) afgelopen weken bekend wat de inkomens in de agrarische sector in Nederland in 2023 waren. Niet voor alle sectoren was het een goed jaar. Voor melkveehouders bijvoorbeeld, maar er gloeit hoop aan de horizon. De opkomst van monomestvergisting biedt een vruchtbare kans voor melkveehouders. Nieuwsgierig? Lees er meer over in mijn blog.
Inkomensdiversiteit per sector
Voor de varkens- en pluimveehouderij was het een zeer goed jaar. Voor andere sectoren ook. Zoals de akkerbouw, met inkomens ruim boven de 100.000 euro. De melkveehouderij stak hier als enige sector erg negatief bij af met in 2023 een inkomen (volgens WER) van net positief 25.000 euro.
Helaas sluit dit aan bij het beeld dat we vanuit Flynth hebben voor de melkveehouderij. Wel zijn de verschillen in 2023 groot. Vooral in voerefficiëntie, bewerkingskosten, mestafvoer en rente. Het verschil tussen top 25 en gemiddelde bedrijven groeit wederom.
Monomestvergisting
In het najaar van 2022 hebben we voor meerdere melkveehouders de vergunning voor een monomestvergistingsinstallatie aangevraagd en in september 2023 de SDE++-subsidie (Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie) voor groen gas. Ondertussen hebben diverse melkveehouders een positieve SDE-beschikking ontvangen. Ze oriënteren zich nu op merk en type installatie en de afronding van elektravoorzieningen. Maar vooral op de verkoop of verwaarding van groen gas, in combinatie met de goedkeuring van de financieringsaanvraag. Dit verloopt zeer voorspoedig.
Brief bijmengverplichting groen gas
Demissionair minister Jetten heeft op 9 februari nog een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarin onderstreept hij nogmaals de ‘aanpassingen in de bijmengverplichting groen gas’. Jetten: “Groen gas is een gasmengsel dat geproduceerd is door de vergisting of vergassing van biogrondstoffen en dat dezelfde samenstelling heeft als aardgas. De productie en inzet van groen gas helpt ons om onafhankelijker te worden van aardgasimport en helpt daarmee ook bij het bereiken van de klimaatdoelen op het gebied van CO2-reductie. Daarnaast kan mestvergisting, als techniek die stikstof- en methaanemissies reduceert, bijdragen aan de doelen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied.”
Energieleveranciers zijn vanaf 2026 verplicht om groen gas bij te mengen. De bijmengverplichting in Nederland neemt tot 2030 jaarlijks stapsgewijs toe, tot circa 20 procent. Dit betekent ongeveer 1,1 miljard m3 groen gas ten opzichte van de huidige productie van 0,2 miljard m3. Jetten verwacht dat in 2030 45 procent van de beschikbare mest wordt vergist tot groen gas. Met het huidige doel van 20 procent bijmengen betekent dat voor de melkveehouderij dat de mest van 800.000 melkkoeien wordt vergist, naast de mest uit andere veehouderijsectoren. Dit is onrealistisch hoog in verband met de vergunningsaanvragen voor de locaties van die veehouders. Zelfs als niet 45 procent maar 25 procent van alle beschikbare mest wordt vergist, is dit al onrealistisch hoog.
Energiebedrijven kunnen kiezen om de bijmengverplichting af te kopen, of ze worden hiertoe gedwongen via de markt. In dat geval betalen ze omgerekend 2,84 euro per m3 groen gas om het bijmengen af te kopen. Dit terwijl de SDE-regeling – die bedoeld is om veehouders een zekerheid te bieden om te starten met de productie van biogas - u als veehouder twaalf jaar lang een garantie door de overheid op een groengasopbrengst van 1,50 euro per m3 biedt. Dit is ook de achtergrond waartegen energiebedrijven momenteel een contract aanbieden voor een periode van vijf jaar voor 2,40 euro per m3 groen gas (all-in gas plus 2,00 euro Garanties van Oorsprong (GvO)).
Investering monomestvergisting
Overweegt u te investeren in monomestvergisting? Deze investering bestaat uit meerdere zaken. Denk hierbij aan:
- vergister (installatie)
- gas opwekinstallatie
- aansluiting op gas- en stroomnetwerk
- aanpassingen aan uw stal om mest dag- of uur-vers beschikbaar te hebben
- extra installatie voor de invoer van stalmest of vaste mest
- eventueel stikstofstripper (vaak op een later moment)
Doorgaans kunt u alles bij elkaar rekening houden met een investering van anderhalf tot twee miljoen euro.
Rendabele investering
Hoe bepaalt u of uw investering rendabel is? Dit wordt voornamelijk bepaald door:
- Mogelijkheden voor invoeding van groen gas in uw lokale gasnetwerk
- Uw verkoopcontract (gascontract, GvO’s, all-in contract al dan niet in combinatie met SDE minimumgarantie twaalf jaar)
- Vergunningen op uw (melk)veehouderij en de hoeveelheid mest die op één locatie beschikbaar is. Ook in relatie tot de vergunning en of de aanvoer van mest überhaupt is toegestaan op uw bedrijf.
- De opbrengst biogas van de vergiste mest, die varieert tussen 25 en 35 m3 biogas per m3 rundveemest.
- Het merk en type installatie. Hierbij zien we Biolectric, Host, Best Biogas, Encon en diverse andere leveranciers met vooral verschillen in (eigen) energie en elektraverbruik van de installatie zelf. Dit heeft te maken met het soort installatie en de opstelling.
- De prijs van uw eigen energiegebruik in verband met contracten of uw eigen stroomvoorziening.
En bovenal of u als veehouder geschikt bent om de installatie te exploiteren.
Verdienmodel monomestvergisting
Voor een bedrijf met 450 melkkoeien of meer staat er ondertussen best een robuust verdienmodel. Dit blijkt ook uit hoe gretig banken op dit moment zijn om dit te financieren. Dit geldt (in iets mindere mate) ook voor twee veebedrijven die de mest van 450 melkkoeien samenbrengen. Hieronder ziet u een tabel met daarin de marge (geldstroom) per jaar na rente, aflossing (twaalf jaar) en belastingen die monomestvergisting extra aan het bedrijf toevoegt.
Marktscenario bij mest van 450 melkkoeien
|
Extra marge
|
Verwacht verdienmodel o.b.v. SDE 1,50 euro plus GvO 0,40 euro en verwachte kosten en uitgaven die de basis vormen voor de financiering.
|
150.000 euro
|
Verdienmodel waarbij GvO wordt gekort op SDE (wat sinds de brief van Jetten niet meer van toepassing is).
|
25.000 euro
|
Best case 1 met dezelfde marktprijs, maar hogere biogasopbrengst uit dagverse mest.
|
225.000 euro
|
Best case 2 met dezelfde 30 m3 gasopbrengst maar een all-in gasprijs van ongeveer 2,40 euro per m3 groen gas.
|
300.000 euro
|
Extra marge in alle scenario’s bij de toepassing van een stikstofstripper en kunstmestvervanger waardoor 6500 m3 minder mest afgevoerd hoeft te worden.
|
Extra 50-100.000 euro, afhankelijk van de mestafvoerprijs
|
Het verdienmodel voor locaties waar minder dagverse mest aanwezig is dan de hoeveelheid van 450 koeien, is zeker ook positief. Wel merken we dat banken rekening houden met een verkleining of generieke korting van de melkveehouderij. Op dit moment wordt de conclusie ‘robuust en vlot financierbaar’ alleen toegekend aan situaties waarbij er, zelfs na zo'n generieke korting, nog voldoende dagverse mest beschikbaar is.
Terug naar (politieke) realiteit
De realiteit is dat deze extra marge nodig is omdat de melkprijs momenteel simpelweg te laag is. Mestafvoer brengt teveel extra kosten met zich mee en de melkveehouderijsector blijft qua inkomen achter bij andere agrarische sectoren. Tegelijkertijd laten eerste voorlopers, en bovenstaande tabel - samen met de recente ervaringen van wat er wordt gefinancierd in de melkveehouderij én de brief van Jetten over bijmengverplichting - zien dat dit extra verdienmodel (uit monomestvergisting bij voldoende omvang) niet alleen noodzakelijk, maar ook realistisch is.
De markt is op dit moment erg in beweging. Of dit nu komt door mondiale spanningen zoals in Oekraïne, Israël of China en Taiwan, de onzekerheden rond de verkiezingen in Amerika of de onzekerheden in Europa (waar tussen 6 en 9 juni de Europese Verkiezingen plaatsvinden die met een ruk naar rechts veel wijzigingen kunnen geven). Dan hebben we het nog niet eens over de vorming van het kabinet in Nederland gehad. Hebt u de SDE-subsidie toegewezen gekregen? Dan kunt u de aanbestedingen nog uitstellen tot de zomer of het najaar van 2024. Om te voorkomen dat politieke keuzes een spaak in het wiel steken.
Het is belangrijk om niet alleen af te wachten en tijdig aan de vereisten te voldoen. Vooral voor veehouders die in de toekomst ook aan monomestvergisting willen doen vanwege mestwetgeving of voor het rendement. Om in aanmerking te komen voor de SDE-regeling 2024 (openstelling september 2024) hebt u tijdig een vergunning nodig zodat op uw bedrijf een dergelijke installatie gerealiseerd mag worden. Die vergunningen worden momenteel – ondanks stikstofissues – verstrekt en vergen een doorlooptijd van vier tot zes maanden. Het indienen van een vergunningsaanvraag in maart 2024 lijkt dus nog op tijd te zijn om gebruik te kunnen maken van de SDE-regeling najaar 2024.
Vraag tijdig uw vergunning aan
Ik hoop u met bovenstaande informatie inzicht te hebben gegeven in het verdienmodel van monomestvergisting en hoe SDE-beschikkingen, de markt én politieke ontwikkelingen invloed hebben op de marge. Maar ook hoe u met nageschakelde technieken de afvoer van 6500 m3 mest op uw melkveebedrijf kunt voorkomen.
Wilt u gebruikmaken van monomestvergisting? Dan is het essentieel dat u tijdig een vergunning voor de installatie aanvraagt. Zodat u in september 2024 SDE-subsidie kunt aanvragen en hier in 2025 eventueel mee verder kunt gaan. Dan is er ook op politiek gebied meer duidelijkheid. Ondertussen zijn diverse melkveehouders u voorgegaan en zij zijn blij met hun voorsprong in vergunning en sde.
Wij staan u bij
Wilt u meer weten over monomestvergisting? Of wilt u hulp bij de aanvraag van uw vergunning en daarna de SDE-subsidie? Wij staan u graag bij tijdens het hele proces. Neem hiervoor contact op met uw adviseur van Flynth of vul onderstaand formulier in.