Gepubliceerd: 23-01-2025, laatst gewijzigd:
23-01-2025
Op 22 januari 2025 heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak die Greenpeace tegen de Staat had aangespannen. Volgens Greenpeace doet en deed de Nederlandse overheid te weinig om stikstofneerslag op kwetsbare gebieden te beperken. De organisatie vraagt de rechter om de overheid te dwingen meer te doen, vooral voor de natuur die er het slechtst aan toe is. In veel gevallen kreeg Greenpeace gelijk. Waar ging deze procedure over, tot welk oordeel komt de rechtbank en wat betekent dit voor u en uw onderneming?
Greenpeace-zaak
Kort gezegd stelt Greenpeace dat de Staat onrechtmatig handelt door onvoldoende maatregelen te nemen om de stikstofneerslag op Nederlandse Natura 2000-gebieden onder de Kritische Depositie Waarde (KDW) te brengen. De doelen voor 40 procent van de kwetsbare gebieden onder de KDW in 2025 en 74 procent in 2030 worden niet en waarschijnlijk niet gehaald. Greenpeace vraagt de rechtbank om de Staat te dwingen tot bindende acties voor 2025 en 2030, met dwangsommen bij falen.
Uitspraak
De rechtbank oordeelt, samengevat, dat de Staat onrechtmatig handelt door niet op tijd de achteruitgang van stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden te stoppen en de wettelijke stikstofdoelen voor eind 2025 niet te halen, en voor eind 2030 waarschijnlijk ook niet.
De rechtbank beveelt de Staat om het stikstofdoel voor 2030 te halen, waarbij 50 procent van de oppervlakte aan stikstofgevoelige natuurgebieden uiterlijk 31 december 2030 onder de KDW moet zitten. De meest kwetsbare natuur moet daarbij voorrang krijgen. Bij het niet halen van dit doel wordt een dwangsom van tien miljoen euro opgelegd. De rechter roept de Staat indringend op dit vonnis direct uit te voeren, ook als er hoger beroep wordt aangetekend. “Kom met aanvullende wetgeving en duidelijkheid hoe de doelen wel gerealiseerd kunnen worden.”
Valt de uitspraak mee of tegen?
Eigenlijk is de rechter vrij mild. De rechter benoemt dat het wettelijk stikstofdoel voor 2025 niet meer in de loop van dit jaar te behalen valt. Het behalen van in de wet genoemde 40 procent van de natuurgebieden onder de KDW is niet meer reëel. Een tegemoetkoming van de rechter aan de Staat.
Voor 2030 erkent de rechter echter dat de Staat in ieder geval aan haar eigen doelen uit de wet moet voldoen, dat wil zeggen 50 procent van de gebieden in 2030 onder de KDW. De rechter legt echter geen zwaardere eis op, die door Greenpeace wel was gevraagd, op basis van het regeerakkoord uit 2021 (74 procent). Voor de Staat valt wel tegen dat de rechter geheel niet tegemoetkomt aan het verweer van de Staat dat de doelen, met de kennis van nu, niet haalbaar zijn.
De dwangsom die de rechter oplegt is relatief laag. Een kostenpost van eenmalig tien miljoen is slechts 0,1 tot 1 procent van wat deze eis de overheid zal gaan kosten om aan de doelen te voldoen.
Wel of geen beroep?
Vanuit de maatschappij zijn de meningen verdeeld over wel of niet in hoger beroep gaan tegen de uitspraak. Met de kennis van vandaag is het onmogelijk voor de Staat om de doelen, die ze zelf heeft gesteld, te behalen. Daarnaast komt ongeveer een derde van de depositie in Nederland van bronnen uit het buitenland. Dit heeft met name gevolgen voor natuurgebieden in Oost- en Zuid-Nederland. Hier heeft Nederland beperkte invloed op. Overigens geldt dit andersom ook, Nederland veroorzaakt ook een ruime hoeveelheid depositie over de grens.
Rondom natuurgebieden is met deze uitspraak weinig tot niets meer mogelijk op het gebied van veehouderij, woningbouw of industrie. In delen van Nederland zijn stappen nodig die ook erg pijnlijk zijn voor maatschappij en industrie. Dit is mogelijk niet wenselijk. Overigens zou Nederland, zelfs door het beëindigen van alle veehouderijen in Nederland, nog niet voldoen aan de eisen. Met de kennis van vandaag zijn de gestelde doelen te hoog. Betrokkenen die oproepen dat de Staat in hoger beroep zou moeten gaan, doelen daarop.
De Staat zou kunnen gaan voor hoger beroep om nu alvast bezwaar aan te tekenen dat de doelen voor 2030 niet haalbaar worden geacht. En daarmee vroeg aan de slag te gaan met nieuwe regelgeving en heronderhandeling met Brussel. Dat betekent echter niet dat tijdens een dergelijk bezwaar achterovergeleund kan worden.
Ga vooral aan de slag
De rechter roept de Staat indringend op direct aan de slag te gaan. Hoe kan het kabinet dit doen? Maak als kabinet op korte termijn inzichtelijk en concreet welk pakket aan maatregelen nodig is om de stikstofemissie voldoende of wél passend te reduceren en zorg voor de borging van de uitvoering van deze maatregelen. Wat ziet de overheid aan mogelijkheden om de emissie of uitstoot van stikstof te reduceren? En welke reductiepercentages kent de overheid aan deze maatregelen toe?
Uitstoot van stikstof verlagen
Er bestaan grofweg twee routes om de uitstoot van stikstof in de bovenste luchtlagen, die voor een deel leidt tot de depositie op natuurgebieden, te verlagen. Een emissiereductie kan bereikt worden door een beperking in aantallen. Denk aan minder dieren, minder auto’s, minder industrie, minder vliegbewegingen dan wel minder activiteit. Een andere route is innovatie en het implementeren van technische maatregelen. Bijvoorbeeld het houden van vee in een bedrijfsvorm met minder stikstofuitstoot (zoals stalinnovaties en mestbewerking), het verlagen van de emissie bij mestaanwending, het realiseren van woningen met stikstofarme bouwtechnieken of -materialen, het kiezen voor een vorm van mobiliteit met minder uitstoot en innovatie in technieken voor industrie met minder uitstoot.
Naast de genoemde generieke emissiemaatregelen geldt dat de stikstofdepositie van emissies die plaatsvinden in een straal van driehonderd meter rondom natuurgebieden de meeste gevolgen voor kwetsbare natuurgebieden heeft. Dat blijkt ook uit onderzoeken van de laatste twee jaar. Het realiseren van minder dieren en minder activiteiten met stikstofuitstoot in een straal van driehonderd meter rondom natuurgebieden blijft daarmee ook belangrijk.
Meet niet met twee maten
Een oproep aan de overheid: gebruik de mogelijkheden van management en techniek, ga aan de slag en reik zo spoedig mogelijk helder beleid aan. En maak de toepassing hiervan interessant voor ondernemers.
De overheid zet op dit moment in diverse sectoren verschillend in op stikstofreductie. Van de sectoren industrie en mobiliteit wordt gevraagd met technische maatregelen minder stikstof uit te stoten. Deze sectoren worden hierbij niet gevraagd om in aantallen te reduceren.
Dit terwijl diverse politieke personen en maatschappelijke organisaties van de agrarische sector vragen om vooral te krimpen in vee-aantallen. Het inzetten van technische maatregelen voor stikstof(emissie)reductie wordt voor de veehouderij (nog) niet mogelijk gemaakt. Dit terwijl technische ontwikkelingen een grote kans bieden voor het bereiken van stikstofreductie in de veehouderij en andere EU-landen zelfs investeren in Nederlandse technieken om die elders in te zetten.
Of de benodigde reductie nu wordt gehaald met tien procent krimp- en negentig procent management en techniek maatregelen, twintig-tachtig of een andere verdeling, dat vraagt een politieke keuze. Dat geldt eveneens voor hoe deze maatregelen eruitzien. Een krimp in vee-aantallen kan een bijdrage leveren aan het bereiken van de doelen. In lijn met de uitspraak van premier Schoof is niets onbespreekbaar. Maar de echte toekomst van stikstofemissiereductie zit vooral in management én techniek. Daar wordt de natuur beter van, maar ook ons grondwater, onze voedselkwaliteit en onze leefomgeving.
Blik vooruit
Een tweeledig beleid is nu belangrijk. Overweeg als overheid een hoger beroep om duidelijk te maken dat het doel niet te realiseren is. Maar ga gelijktijdig, en vooral snel, aan de slag met wat wel te realiseren en maak het pad helder. Start vooral met dit laatste.
Flynth volgt de ontwikkelingen op stikstofgebied nauwgezet, levert inhoudelijke input aan maatschappelijke partijen en overheid waar passend en ondersteunt u als ondernemer graag in deze uitdagende periode. Of u nu actief bent in de agrarische sector, de bouw, transport of andere sectoren die door deze ontwikkelingen worden geraakt. De onzekerheid, elkaar rap opvolgende ontwikkelingen en rechtspraak zoals deze, maken het ondernemen in Nederland complex. Dat vraagt veel van uw ondernemersvermogen en veerkracht. Samen met u brengen we uw situatie in kaart: wat kan niet meer, is er morgen een dreiging, is er schade (en is deze verhaalbaar) en bekijken we nadrukkelijk de vraag: wat kan nu of binnenkort wél? Neem contact op met uw adviseur van Flynth of maak gebruik van onderstaand contactformulier.
Lees ook: ‘Greenpeace-uitspraak grote dreun voor landbouw’ (Boerenbusiness) en ‘Van Dellen over Greenpeace uitspraak: Met goed beleid kunnen we veel bereiken' (Nieuwe Oogst) voor meer inzicht en constateringen.