Gepubliceerd: 24-01-2025, laatst gewijzigd:
24-01-2025
Staat er een duurzame investering bij uw agrarische bedrijf op de planning? Dan komt u wellicht in aanmerking voor de regelingen EIA, MIA en Vamil. In 2025 zijn er verschillende wijzigingen binnen deze fiscale regelingen. In dit artikel leest u over belangrijke veranderingen.
Hoe zat het ook alweer?
De Energie-investeringsaftrek (EIA), de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) zijn fiscale regelingen. Deze bieden fiscaal voordeel als u investeert in energiebesparende bedrijfsmiddelen, duurzame energie of milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Alleen bedrijfsmiddelen die op de Energie- of Milieulijst staan, komen in aanmerking. Deze lijsten wijzigen elk jaar. Controleer daarom goed of uw geplande investering op de geldende lijsten staat.
Staat uw geplande investering niet in de lijst? Wellicht kunt u uw keuze nog bijstellen, naar een optie waarvan de technische specificaties wel in de lijst staan. Soms is een kleine aanpassing al voldoende om alsnog gebruik te maken van deze investeringsregelingen. Voor de EIA bestaat de mogelijkheid om een aanvraag te doen voor investeringen die niet specifiek op de lijst staan, maar wel energiebesparing opleveren. U vraagt de EIA dan aan via een generieke code.
Voor alle drie investeringsregelingen geldt: zorg dat u binnen drie maanden na het verstrekken van de opdracht, de aanvraag doet bij RVO.
Wat kunt u aftrekken?
Het aftrekpercentage bij de investeringsregelingen bedraagt in 2025:
- MIA en Vamil: 27, 36 of 45 procent (afhankelijk van de investeringscode)
Wijzigingen MIA en Vamil
- De MIA heeft in 2025 een budget van 189 miljoen euro. Dit is 3 miljoen euro minder dan in 2024. Het budget voor de Vamil bedraagt 20 miljoen euro. Dit is 5 miljoen euro minder dan in 2024.
- De bezwaar- en beroepsprocedure is geïntegreerd in het aanvraagproces. Toekenning, afwijzing en bezwaar moeten daardoor sneller gaan.
- U kunt geen MIA of Vamil meer aanvragen als u al gebruik hebt gemaakt van de volgende subsidieregelingen voor duurzame mobiliteit:
- AanZET (Aanschafsubsidie Zero-Emissie Trucks)
- SPriLa (Subsidieregeling Private Laadinfrastructuur bij bedrijven)
- STour (Subsidieregeling Aanschaf Emissieloze Touringcars)
- SSEB (Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel), in het geval van N2 en N3 vrachtwagens met bakwagenchassis gebruikt in de bouw.
Wijzigingen Milieulijst (MIA en Vamil)
Een greep uit de wijzigingen:
- In totaal zijn er 32 bedrijfsmiddelen vervallen en zijn er 14 nieuwe opgenomen.
- In het hoofdstuk ‘Grondstoffen- en watergebruik’ is aandacht voor betere bronscheiding. Het inzamel- en geldretoursysteem voor herbruikbare bekers is hiervan een goed voorbeeld.
- In het hoofdstuk ‘Voedselvoorziening en landbouwproductie’ staan de duurzame stallen voor kippen en varkens bij het aanpassen van de bestaande situatie niet meer op de lijst. Nieuw zijn de in-situ desinfectie bij melkrobots en onkruidbestrijding met laser. Investeringsaftrek voor volautomatische sorteerinstallaties is alleen nog mogelijke voor wortelen.
- In het hoofdstuk ‘Mobiliteit’ is de elektrische bestelauto verdwenen. Bij een aantal voertuigen en werktuigen is een aftopping toegevoegd van 90 procent. Hierdoor kunnen accessoires en opties ook worden gemeld. De aftopping maakt het proces eenvoudiger. In deze categorie is nog steeds voldoende ruimte voor waterstof aangedreven voertuigen.
- In het hoofdstuk ‘Klimaat en lucht’ zijn de wijzigingen gering. Dit onderdeel richt zich vooral op vijftig procent gezondheidswinst in 2030 ten opzichte van 2016, door investeringen van industrie.
- Hoofdstukken 5 ‘Ruimtegebruik’ en 6 ‘Gebouwde omgeving’ zijn samengevoegd tot het nieuwe hoofdstuk 5 ‘Gebouwde omgeving en klimaatadaptatie’. Hierdoor hebben verschillende bedrijfsmiddelen een andere code gekregen.
Duurzame en circulaire gebouwen zorgden in 2024 voor een overschrijding van het MIA-budget. Daarom is de circulaire woning in 2025 afgetopt tot een maximumbedrag. Daarnaast is een aantal percentages voor fiscaal voordeel verlaagd van 45 naar 36 procent. ‘Gevelimpregnering zonder PFAS, siliconen, silanen en siloxanen’ is een nieuw bedrijfsmiddel op de lijst. Ook nieuw is het bedrijfsmiddel ‘Zuiveringsinstallatie voor grijswaterrecycling’.
Bent u benieuwd naar alle veranderingen? Vraag uw adviseur om extra informatie.
Energie-investeringsaftrek (EIA) in 2025
De lijst voor de Energie-investeringsaftrek (EIA) is dit jaar alleen op details gewijzigd. Het percentage aftrek is gelijk gebleven op 40 procent. In totaal zijn er twaalf opties voor investeringsaftrek vervallen en acht nieuwe opties opgenomen.
De meest opvallende wijzigingen per investeringscategorie vindt u hieronder.
- Bedrijfsgebouwen
In de categorie ‘Bedrijfsgebouwen’ is het brandstofcelsysteem vervallen en de luchtdeur voor gekoelde ruimten toegevoegd. Bij sommige items zijn technische voorschriften aangepast. Bij warmtepompen is bijvoorbeeld de SCOP-eis gewijzigd. Een andere wijziging is het investeringsbedrag voor isolatie van bestaande constructies. Deze is met twintig euro per vierkante meter verhoogd.
- Processen
Bij de ‘Processen’ zijn dit jaar zeven items vervallen en is één nieuw item toegevoegd. Voorbeelden van verdwenen items zijn isolatie tuinbouwkassen, het brandstofcelsysteem en de energiezuinige spoel- of wasmachine. Deze items zijn vervallen vanwege hun afwijkende terugverdientijd.
Nieuw in deze categorie is de rugvorm-inrichting voor aardappelruggen. Ook in deze categorie vinden we kleine wijzigingen in technische voorwaarden. De fiber lasersnijmachine komt nu ook bij ombouw in aanmerking voor investeringsaftrek. En het watertoevoersysteem voor beregenen en de beregeningsboom met lage druk zijn in kleine details aangepast.
- Transport
Bij ’Transport’ is het belangrijk om te weten dat bij investeringen waarbij een accu onderdeel uitmaakt van het geheel, de accu geen lood mag bevatten.
Nieuw bij transport zijn de lichtgewicht afzetcontainer en de aerodynamische aanhanger. Bij de elektrische koeling in het koel of vries-wegtransport is de omschrijving aangevuld met een systeem dat ook in een bestelauto of vrachtwagen-bakwagen toegepast kan worden.
- Duurzame energie
In de groep ‘Duurzame energie’ vervallen de zonnepanelen die niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten. Voor zonnepanelen voor elektriciteitsopwekking is het niet meer vereist dat ze zijn aangesloten op een kleinverbruikersaansluiting (drie maal tachtig ampère).
De omschrijving van de grondwarmtewisselaar onder een wegverharding is aangepast. Hierdoor komen grondwarmtewisselaars onder een andere bodembedekking ook in aanmerking voor investeringsaftrek.
Nieuw zijn de oppervlaktewater warmtewisselaar en de opslag van duurzaam geproduceerde warmte.
- Energiebalancering en Energietransitie
In deze twee categorieën zijn drie items vervallen en twee toegevoegd. Net als bij transport vinden we ook hier de uitsluiting van accu’s met lood. Bij de opslag van elektrische energie zijn supercondensatoren toegevoegd. De netbalancering is afgevoerd vanwege een terugverdientijd korter dan vijf jaar. Ombouw van elektrische ovens is aan de bestaande omschrijving toegevoegd.
Ketenmachtiging
De RVO lijkt nog steeds voornemens om fiscale aanvragen via een ketenmachtiging te gaan doen. Het aanvraagportaal is daarvoor live gegaan. Op dit moment is aanvragen via het oudere eLoket nog mogelijk, er zijn nu twee opties. Het aanvraagportaal met ketenmachtiging is volledig digitaal.
Meer informatie
Dit artikel bevat slechts een greep uit alle wijzigingen. Neem voor specifieke veranderingen per investeringscategorie contact op met uw adviseur. Hebt u vragen over de EIA, MIA, Vamil of een andere investeringsregeling? Wilt u sparren met uw adviseur over uw kansen op subsidie? Neem dan contact met ons op via onderstaand formulier.
Klik hier voor:
EIA
Voor wat betreft de meeste investeringen voor u als tuinbouwondernemer zijn er geen grote wijzigingen. Het derde energiescherm, vervangen van SON-T of led-belichting, opslag van elektrische energie (accu of batterij), elektrische boiler, hogedrukverneveling, ontvochtiging, warmtenet en CO2-winning uit de buitenlucht komen ook in 2025 nog in aanmerking voor de EIA.
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van 2024 treft u hieronder aan.
- De omschrijving isolatie van gevels van bestaande tuinbouwkassen is vervallen, omdat deze omschrijving bepaalde gewenste energiebesparende investeringen uitsluit.
- Daarnaast is de omschrijving voor het systeem voor het koelen en verwarmen van (semi)gesloten tuinbouwkassen vervallen en geïntegreerd in de omschrijving voor het systeem voor ontvochtiging van tuinbouwkassen. Deze omschrijving is ook opgenomen in de uitvoeringsregeling, zodat alleen de meest energiezuinige systemen die beschikbaar zijn in de markt nog gestimuleerd worden.
- Omdat de belichtingssystemen steeds efficiënter worden is in de omschrijving de minimale eis voor de specifieke lichtstroom verhoogd naar drie micromol fotonen per seconde per Watt.
- Bij de zonnepanelen voor elektriciteitsopwekking is het vanaf 2025 niet meer vereist dat deze aangesloten moeten zijn op een kleinverbruikersaansluiting. Een kleinverbruikersaansluiting is een aansluiting op het elektriciteitsnet met een totale maximale doorlaatwaarde van drie maal tachtig ampère. De voorwaarde hierbij is dat de zonnepanelen een minimaal vermogen hebben van 15 kWp en maximaal 55 kWp.
- De omschrijving accu voor opslag van duurzaam opgewekte elektriciteit is gewijzigd, zodat alleen accu’s die geen lood bevatten nog in aanmerking komen.
MIA en VAMIL
Afhankelijk van de investering bedraagt het percentage MIA 27, 36 of 45 procent en is in sommige gevallen ook 75 procent vrije afschrijving mogelijk. Voor de glastuinbouw zijn er nagenoeg geen wijzigingen ten opzichte van 2024.
- De Groen Label Kas, klimaatcel, insectengaas (in combinatie met ontvochtiging) en de elektrische vrachtwagen zijn de meest voorkomende investeringen in de glastuinbouw die worden gestimuleerd door middel van de regeling.
Wanneer u grote investeringen in uw kas gaat doen is het altijd aan te raden om na te gaan of uw kas aan de huidige Groen Label eisen kan voldoen.
Een aantal, voor de melkveehouderij relevante, bedrijfsmiddelen verdwijnt in 2025. In 2024 stonden deze nog wel op de Milieulijst:
- koelinstallatie voor drijfmest (aanpassen bestaande situatie)
- permanente afdekinstallatie voor kuilvoerplaatsen
- ondergrondse kadaverkoeling met natuurlijk koudemiddel
- voorzieningen ter voorkomen van verontreinigingen door erfafspoeling bij een veehouderij
- hogedruk pasteurisatie-installatie voor conservering van verse levensmiddelen
In de Milieulijst voor 2025 is een nieuw, voor de melkveehouderij relevant, bedrijfsmiddel opgenomen. Het betreft een desinfectiesysteem voor het in-situ desinfecteren van melkrobots.
EIA
Op veel (intensieve) veehouderijstallen worden zonnepanelen geplaatst. Voor zonnepanelen voor elektriciteitsopwekking is het niet meer vereist dat deze worden aangesloten op een kleinverbruikersaansluiting.
MIA en Vamil
Voor de Milieulijst voor de intensieve veehouderij zijn bepaalde investeringen vervallen, zoals:
- koelinstallatie voor drijfmest
- ondergrondse kadaverkoeling met natuurlijk koudemiddel
- voorzieningen ter voorkomen van verontreinigingen door erfafspoeling bij een veehouderij
- duurzame varkensstal (aanpassen bestaande situatie)
- duurzame pluimveestal (aanpassen bestaande situatie)
Informatie volgt