Doelsturing: weet waar u staat en waar u naartoe kunt

 
Doelsturing: weet waar u staat en waar u naartoe kunt
Gepubliceerd: 29-08-2024, laatst gewijzigd: 29-08-2024

Met de vakkennis van de boeren en tuinders centraal, streeft het nieuwe kabinet naar een overgang van middel- naar doelsturing, met u als agrarisch ondernemer aan het roer. Hiervoor wordt zo snel mogelijk een ‘afrekenbare stoffenbalans’ ontwikkeld. Hierdoor krijgt u inzicht in uw huidige situatie en toekomstperspectieven. Zodat u effectief kunt sturen op integrale doelen en meer controle krijgt over uw bedrijfsvoering. Ontdek waar u rekening mee kunt houden. 

Gebruik gegevens uit KringloopWijzer

Voor melkveehouders biedt de KringloopWijzer veel aanknopingspunten. Met dit hulpmiddel krijgt u inzicht in uw bedrijfsprestaties. Voor nog meer inzicht is het belangrijk ze te koppelen aan uw financiële bedrijfsresultaten. In deze blog maken we deze koppeling voor verschillende parameters. Een belangrijk kengetal voor de efficiëntie van een melkveebedrijf is bijvoorbeeld de hoeveelheid (meet)melk uit uw eigen gewonnen ruwvoer. 

Kilo’s melk uit eigen ruwvoer

Bij Flynth zien we bij verschillende intensiteiten een variatie in drogestofopbrengst bij gras en mais. De grasopbrengst varieert van 8.900 tot 12.600 kilogram droge stof per hectare, terwijl de maisopbrengst varieert van 15.400 tot 20.200 kilogram droge stof per hectare. De efficiëntie, gemeten in kilogram melk uit eigen ruwvoer, verschilt ook sterk: van 68 procent voor de meest extensieve bedrijven tot 44 procent voor de meest intensieve bedrijven. De meeste extensieve bedrijven produceren 6.300 kilogram meetmelk per hectare eigen voer, terwijl dit op de meest intensieve bedrijven het dubbele is: 12.600 kilogram meetmelk. Bij toename van de intensiteit daalt het percentage meetmelk uit eigen voer, maar de hoeveelheid kilogrammen meetmelk uit eigen voer stijgt. 

Grote spreiding grasopname

Uit onze gegevens blijkt een grote spreiding in de hoeveelheid versgrasopname bij weiden en de CO2-uitstoot per kilogram melk. We zien dat intensievere bedrijven gemiddeld een lagere CO2-emissie per kilogram melk hebben. Ook nemen de koeien minder vers gras op via weidegang. Deze bedrijven maken meer gebruik van zomerstalvoeren.  

 De meest extensieve bedrijven realiseren gemiddeld 1.774 uur weidegang, tegenover gemiddeld 439 uur bij de meest intensieve bedrijven. Ondanks minder uren weiden, ligt de grasopname per uur op de meest intensieve bedrijven ruim vijf procent hoger. Het bijbehorende melkproductieniveau varieert van ruim 7.200 kilogram per koe bij de meest extensieve bedrijven tot ruim 9.900 kilogram per koe per jaar bij de meest intensieve bedrijven. 

Stikstofbodemoverschot en ammoniakemissie

Een belangrijke trend is het dalende stikstofbodemoverschot bij toenemende intensiteit. Dit gaat gepaard met een stijging van de ammoniakemissie. Het saldo van opbrengsten minus toegerekende kosten per kilogram melk, varieert van bijna 35 cent per kilogram melk bij de meest extensieve bedrijven tot ruim 27 cent bij de meest intensieve bedrijven. Deze verschillen worden vooral veroorzaakt door extra voeraankopen en hogere mestafvoerkosten bij intensievere bedrijven. 

Meer weten

Hoe zien uw duurzaamheidsprestaties eruit? Beoordeel deze in combinatie met de financiële kengetallen op uw bedrijf. Zo krijgt u een duidelijk beeld van wat doelsturing voor u kan betekenen. Bij Flynth staan we klaar om u te ondersteunen bij deze evaluatie en werken we samen met u aan een duurzamer en efficiënter bedrijf. Neem hiervoor contact op met uw adviseur van Flynth of vul onderstaand formulier in. 

Hebt u een vraag over dit artikel?

Stel uw vraag via het onderstaande formulier en dan nemen wij contact met u op.
 

Nieuws

Geschreven door: