Bedrijfsresultaten melkveehouderij: terugblik en toekomstvisie

 
Bedrijfsresultaten melkveehouderij: terugblik en toekomstvisie
Gepubliceerd: 17-06-2024, laatst gewijzigd: 24-06-2024

De afgelopen twintig jaar waren de bedrijfsresultaten van de melkveehouderij continu in beweging. Van het saldo per kilogram melk, financiering en de reserveringscapaciteit tot de bruto geldstroom, de kritieke opbrengstprijs en marge. Welke ontwikkelingen waren er? Wat valt op? Hieronder leest u de belangrijkste ontwikkelingen op een rij. 

In de afgelopen twintig jaar daalde het aantal melkveebedrijven in Nederland met tienduizend. Van zo’n vierentwintigduizend in 2004 naar ruim veertienduizend in het afgelopen jaar. De productieomvang van het gemiddelde melkveebedrijf, dat in deze periode klant is bij Flynth, verdubbelde ruwweg van zo’n 550.000 kilogram naar 1,2 miljoen kilogram melk. Hierbij steeg de bijbehorende oppervlakte grond van bijna veertig hectare in 2004 naar inmiddels bijna 59 hectare. Het gemiddelde bedrijf is dus intensiever geworden: van zo’n veertienduizend naar ruim negentienduizend kilogram melk per hectare. 

Veestapel

Het gemiddeld aantal koeien per bedrijf steeg met ruim 50 koeien naar 120 koeien tot nu toe. In dezelfde periode steeg de melkproductie op basis van de melkcontrole-gegevens van 25,6 naar 29,4 kilogram per koe per dag. Het aantal productiedagen steeg van 1.057 naar 1.303 dagen. In combinatie hiermee steeg de gemiddelde levensproductie van 27.000 kilogram in 2004 naar ruim 38.000 kilogram per koe afgelopen jaar. Het aantal malen dat een koe heeft gekalfd, steeg van 3,3 naar 3,9. Met een (inmiddels weer) vergelijkbare tussenkalftijd van rond de 408 dagen. 

Melkprijs  

De gemiddelde gerealiseerde melkprijs over de afgelopen twintig jaar is 37 cent. Elf keer lag de melkprijs onder de 37 cent en negen keer erboven. Het laagst was de melkprijs met 27,4 cent (in 2009) en het hoogst met 57,6 cent (in 2022). Twintig jaar geleden, in 2004, bedroeg de gerealiseerde melkprijs gemiddeld bijna 31 cent. Over afgelopen jaar 2023 zien we een gemiddelde melkprijs van bijna 49 cent. En afgelopen maand, mei 2024, bedroeg de garantieprijs bij Friesland Campina ruim 47 cent. En 47 cent is nu ook het niveau van de voorspelde langetermijnmelkprijs. 

Saldo per kilogram melk

Het gerealiseerde saldo per kilogram melk bedroeg over twintig jaar gemiddeld bijna 26 cent. Alleen in de jaren 2022 en 2023 lag het saldo boven de 30 cent. In deze jaren lag de gerealiseerde melkprijs boven de 48 cent. 

Financiering

De melkproductieomvang is in de afgelopen twintig jaar gestaag gestegen. De omvang van de hoeveelheid lang vreemd vermogen (leningen en schulden die een looptijd hebben van meer dan een jaar) is tot 2009 meegestegen tot een niveau van gemiddeld 1,17 euro per kilogram melk. Daarna is de absolute hoogte van de financieringsomvang nog wel gestegen. Maar de financiering per kilogram melk is vanaf dat moment gedaald tot gemiddeld onder de één euro per kilogram melk. Pachtlasten zijn hierbij niet meegerekend. 

Reserveringscapaciteit

De reserveringscapaciteit is de ruimte vanuit het bedrijf voor jaarlijkse vervangingsinvesteringen en aflossingen. In combinatie met andere kengetallen voor de beoordeling door de bank een relevant kengetal. In de afgelopen vier vijfjaarsperioden ligt de gerealiseerde reserveringscapaciteit in de meeste jaren gemiddeld tussen de 8 en 9 cent of 9 en10 cent per kilogram melk. Hierbij zien we de gemiddelde aflossingsverplichting in twintig jaar tijd stijgen van nog geen vier cent naar boven de vijf cent per kilogram melk. De verdubbelde bedrijfsomvang is dus gepaard gegaan met relatieve verhoging van het aflossingsniveau (meer dan een verdubbeling). 

Bruto geldstroom 

De bruto geldstroom per kilogram melk is de hoeveelheid geld beschikbaar voor huur, arbeid, afschrijving, rente en resultaat. In feite is dit de vergoeding voor de melkveehouder voor zijn of haar ingebrachte arbeid en kapitaal. Van de gemiddeld gerealiseerde melkprijs van 37 cent is er gemiddeld over twintig jaar een gerealiseerde bruto geldstroom van gemiddeld ruim 19 cent per kilogram melk als vergoeding voor arbeid en kapitaal. In deze twintigjaarsperiode blijkt de bruto geldstroom per kilogram melk weinig veranderd: 

  • periode 2004-2008: gemiddeld 18,6 cent 
  • periode 2009-2013: gemiddeld 20,1 cent 
  • periode 2014-2019: gemiddeld 18,9 cent  
  • periode 2019-2023: gemiddeld 20,1 cent  

Met een uitschieter in 2022 van 27,5 cent via de historisch hoge melkprijs. Afgelopen jaar lag de bruto geldstroom gemiddeld op 21,9 cent. Door de verdubbeling van de bedrijfsomvang is de bruto geldstroom per bedrijf in absolute zin in twintig jaar tijd ongeveer twee keer zo hoog geworden.  

Kritieke opbrengstprijs en marge

De kritieke opbrengstprijs is de melkprijs die nodig is om precies alle kosten en uitgaven te kunnen betalen, inclusief de lasten voor aflossing, jaarlijkse vervangingsinvesteringen en privé-uitgaven. Lag de kritieke opbrengstprijs voor de melk in 2004 nog net onder de 28 cent, inmiddels is deze gestegen tot 47 cent. Natuurlijk is deze verhoging veroorzaakt door de flink gestegen kosten en uitgaven, waarbij bijna de helft van de bedrijven een kritieke melkprijs heeft van boven de 47 cent!  

De gerealiseerde marge onderaan de streep is het verschil tussen alle opbrengsten en uitgaven in een jaar. Gemiddeld over de afgelopen twintig jaar, ligt de gerealiseerde marge over alle melkveebedrijven op ruim drie cent per kilogram melk. In vier van de twintig jaren was de gemiddelde marge negatief: in 2009, 2015, 2016 en 2020. In de andere jaren was de marge positief. Een uitschieter was 2022 met een positieve marge van gemiddeld bijna elf cent. Afgelopen jaar lag de gemiddelde marge met bijna twee cent onder het langjarig gemiddelde van ruim drie cent per kilogram melk. Zorgpunt is dat de effecten van rentestijging en verhoogde mestafvoerkosten hier soms nog maar gedeeltelijk in meetellen. Bij diverse individuele bedrijven ontstaat hiermee extra druk op de marge.&

Toekomstperspectief

Natuurlijk is de ontwikkeling op een individueel bedrijf soms anders dan het gemiddelde. Maar de ontwikkeling van de gemiddelde cijfers geeft wel een duidelijk totaalbeeld. Verbetering van diverse technische resultaten bij het melkvee en verdubbeling van de productieomvang hebben er tot nu toe voor gezorgd dat diverse kostenstijgingen in de melkveehouderij konden worden opgevangen. Benutting van schaalvoordelen heeft hieraan bijgedragen. De bruto geldstroom, als vergoeding voor de inzet van extra arbeid en extra kapitaal, kon hierdoor verdubbelen. Maar zaken zoals duurdere vervangingsinvesteringen en hogere aflossingsverplichtingen zorgen voor beperktere groei van de marge. En inmiddels blijkt de route van (verdere) schaalvergroting niet altijd rendabel en of realiseerbaar. Het is dus zaak om na te gaan waar u nu met uw bedrijf staat. En wat hierbij de meest passende ontwikkeling voor uw situatie is. 

Meer informatie

Wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neem contact op met uw adviseur van Flynth of vul onderstaand formulier in. 

Hebt u een vraag over dit artikel?

Stel uw vraag via het onderstaande formulier en dan nemen wij contact met u op.
 

Nieuws

Geschreven door: